woensdag 3 april 2013

Nieuw Zeeland eerste week van drie. Vanuit Hong Kong arriveer ik zondagmorgen 17 maart in Auckland, de grootste stad van het land. De eerste twee nachten reeds een hotel geboekt vlakbij het vliegveld. Op zondagavond naar het centrum. Het is daar rustig, zeker voor een stad met anderhalf miljoen inwoners. Alleen wonen die op een enorme oppervlakte want ruimte meer dan voldoende. Bij een kroeg was het wel druk en daar werd Saint Patricks Day gevierd. Wel grappig om te weten dat als deze kroeg sluit het in Ierland pas gaat beginnen. In dit geval is het verschil dertien uur. Maandag 18 maart haal ik mijn huurauto waarvan het kantoortje in het hotel zit. Mijn eerste bestemming is het museum van techniek en transport met de afkorting MOTAT. Twee aparte terreinen met een museum tramlijn die beide verbindt. Auto’s, vliegtuigen, trams, treinen, stoommachines en een klein dorp met oude panden. Bij het gebouw met de eerste waterpomp in Auckland, die op stoom werkt, krijg ik te horen dat op de donderdag op het middaguur de pomp een uur in werking wordt gezet. Weliswaar wordt er geen water meer gepompt. Kan ik gelijk mijn weekprogramma aanpassen. In de avond heb ik een afspraak met de persoon met de grootste collectie flipperkasten in Nieuw Zeeland. Die hobby laat ik niet lopen als ik een avond op de koffie kan. Met 52 kasten op locatie werd dat enkele uren praten over de hobby en de nodige partijen. Dinsdag 19. De eerste dag om het Northland, het gedeelte boven Auckland, te bekijken. Eerst door de voorsteden van Auckland. De verbinding over land tussen het zuiden en het noorden is hier een echte wespentaille. Tot minder dan drie kilometer breed is het smalste gedeelte. En als ik dan echt de voorsteden verlaten heb zie ik een bruin bord met Hallertau Hoppy Good Beer. Nu, dat laat ik niet aan mij voorbij gaan. Het is elf uur en het restaurant cafe wat bij de brouwerij hoort gaat net open. Na de koffie en de aankoop van een aantal flessen bier ben ik weer onderweg. Ook richting het noorden zijn er veel inhammen in het land wat verder heuvelachtig is en ook nog gedeeltes heeft met het regenwoud wat hier ooit over het hele gebied verspreid was. Op den duur kom je weer op de hoofdweg 1 die op zich over beide eilanden de hoofdweg van noord tot zuid is en kan je tien kilometer verderop weer kiezen. Dan weer een weg afwisselend in de heuvels met veel steile hellingen en veel bochten, gedeeltes door vlakke gedeeltes wat allemaal gebruikt wordt voor landbouw. Op het noordelijke eiland heb je wel regelmatig een klein dorp aan de weg. Dan weer een wat grotere plaats (Dargaville) en vanuit daar neem ik een niet geplande weg. Ik wilde naar een dorp aan het strand maar kwam erachter dat ik verkeerd zat. Dat kan dan weer leiden naar een andere verrassing. In ieder geval heb ik een kleine kerk gezien. En deze is in 2010 officieel ingezegend, dus een heuse kerk voor maximaal zeven kerkgangers. Wel wat krap bij de ingezening van een huwelijk. Het was een klein park met wat vreemde en/of grappige extra’s zoals: Via Dargaville dan op de juiste weg naar Baylys Beach. Er is lang niet overal zandstrand in Nieuw Zeeland maar de westkust van Northland heeft twee lange zandstranden die vrij recht lopen. Nu in het dorp rijd je dan naar het strand. Geen grote parkeerplaatsen en drukte, gewoon over de heuvel naar een weg waar een stroompje een doorgang in de duinen heeft gemaakt en dan parkeer je niet bij, maar gewoon op het strand. Daarna binnendoor weer over stille, slingerende wegen en rond half zeven kom ik in een wat grotere plaats (Kaikohe) waar een kamer vrij was in een motel. Dat laatste is na zes uur niet altijd meer het geval, dan zijn andere je al voor. Eten kon nog in een soort eetcafé, maar over het algemeen gaan ook eetgelegenheden in kleinere plaatsen vroeg dicht. Winkels zijn doorgaans na vijf uur gesloten en het raakt vrij snel verlaten. Woensdag 20. Daar ik donderdagmiddag weer in Auckland wil zijn gaat het nu met de klok mee richting het noorden. Het ligt er aan wat er onderweg te zien is en ook de afstanden moet ik in de gaten houden, want op de kaart lijkt het wel mee te vallen, in werkelijkheid is het vaak een stuk van tussen de vijftien en vijftig kilometer. Nu ook een oversteek met een veerpont gepland en de dag vooraf op het internet de dienstregeling gevonden zodat ik niet net te laat ben en een uur moet wachten. Daarna weer tientallen kilometers door heuvels en bos en veel bochten om bij het dorpje Ahipara aan te komen, het zuidelijke punt van 90-miles beach. De naam is niet helemaal correct maar vanuit hier tot aan de noordpunt Cape Reinga is een 115 kilometer lang ononderbroken zandstrand. Niet alleen kan je hier met de auto het strand op, je kan ook het hele stuk naar het noorden – of andersom – rijden. Dat kon in Nederland op een klein stuk bij Oostvoorne maar dat is niet meer toegestaan. Wel even nazien of je met de huurauto erop mag en of je verzekerd bent. De route van 109 kilometer over het laatste smalle stuk land in het noorden laat ik voor wat het is. Vrij vlak maar nog veel toeristische en culturele voorzieningen. Ik ga oostwaarts en volg de kust zoveel mogelijk. Af en toe loopt de weg pal langs de kust. Het open water is hier de Stille Oceaan met Chili op 9.000 kilometer als dichtstbijzijnde land aan de andere zijde. Gezien de afstanden en het feit dat ik morgenmiddag in Auckland wil zijn probeer ik de dag zo te plannen dat ik weer een stuk meer zuidelijk uit kom om te overnachten. Wel de lus langs Mahinepua en het stukje wat de bijnaam Million Dollar View heeft. Niet echt overdreven die naam. Iets zuidelijker op de kaart met een korte oversteek met een veer naar Russell. Dit is de plaats waar Captain Cook het anker liet vallen in 1769 en het begin van de Europese immigranten echt begon. Abel Tasman was een stuk eerder maar had een slechte ervaring en vertrok zonder succes. De naam is wel van Nederlandse origine, daarom ook Zealand met een Z. In Russell zijn nog de nodige originele gebouwen of ze zijn herbouwd want met de Maori gingen de Engelsen niet goed om wat al gauw tot een heuse oorlog leidde. Nu een plaats waar de huizen gemiddeld zeer prijzig zijn. De baai was toen de reden om te landen vanwege het beschutte karakter en fraai is het er zeker. Ik ging nog mee met een kleine tour en de chauffeur kon leuk vertellen en je steekt een hoop op van de geschiedenis en het heden van Russell. Hier hadden de Engelsen de eerste vlaggemast geplaatst. Toen ze de Maori als lager gingen behandelen, bijvoorbeeld mochten ze geen alcohol en de kinderen mochten niet naar de school, zaagde de leider op een nacht de vlaggemast om. Nu staat de mast er weer wel en was het een van de data dat de officiële Maorivlag wapperde. Rond vijf uur dan nog ‘even’ naar Whangarei, de grootste plaats noord van Auckland. Rond zeven uur kom ik daar aan en zie weer veel motels met no vancancy. Gelukkig was er aan de overzijde van die ik had gepland nog wel een kamer vrij. In de avond in de stad eens een lekkere steak gegeten. Donderdag 21. Via highway 1 is het 160 kilometer naar Auckland. Daarom vertrek ik bijtijds daar het grootste gedeelte tweebaans is. De Nederlandse immigranten hebben zich vooral in het noorden gevestigd maar je ziet overal wel weer een bekend klinkende naam. Toch even gestopt bij een Dutch Cheese Shop maar geen Nederlander meer daar. Wel de nodige kazen. Om kwart voor twaalf bij het museum en het grote drijfwerk van de eerste waterpomp van Auckland op stoom zien werken. Een indrukwekkend apparaat. Daar heb ik alleen filmpjes gemaakt, maar in de ruimte ernaast staat de stoommachine. In de vroege middag naar Coromandel. Daar ben ik twee jaar geleden ook geweest doch de route en vooral een attractie aldaar doet mij besluiten nog eens te gaan. Coromandel ligt pal ten oosten van Auckland maar een grote inham genaamd Firth of Thames maakt de route over de weg een heel stuk langer. De laatste 54 kilometer van Thames naar Coromandel gaan eerst een heel stuk slingerend direct langs de kust maar als je denkt er bijna te zijn wordt het weer stevig klimmen, dalen en veel bochten. Het motel waar ik twee jaar geleden was blijkt gesloten doch iets verderop was in een ander motel nog plek. De plaats heeft in de tachtiger jaren een toeristisch karakter gekregen en dat heeft geleidt tot drie prima eetgelegenheden voor een heerlijke maaltijd. Vrijdag 22. Na het ontbijt naar de Driving Creek Railway. Een persoon ging vanuit als onderwijzer in de zestiger jaren naar Coromandel, toen een gehucht met nauwelijks infrastructuur. Na twee jaar zag hij zijn doel. Hij kocht een enorm stuk land want toen nog een Euro per vierkante meter kostte. Hij werd pottenbakker en was de eerste in Nieuw Zeeland. Andere kunstenaars konden bij hem logeren en aan projecten werken. Tevens begon hij het gekochte land weer vol te planten met de bomen die er voordat de mensen kwamen stonden. Daaronder veel Kauribomen. Bijna allemaal ooit gekapt waren de meeste meer dan duizend jaar oud. De mens heeft hier dus een enorme schade aangericht. Een origineel exemplaar van tweeduizend jaar oud staat nog ergens in het land. De stam heeft een diameter van zeven en een halve meter! Om al de bomen en de heuvel te kunnen bewerken en daar hij een liefhebber van treinen was begon hij daadwerkelijk een spoorlijn te bouwen. Let wel, op een heuvel. Het was dus veel uitzoeken hoe het traject te bouwen zonder dat het te steil zou gaan worden. Dat wordt onder andere bereikt door vijf maal te zigzaggen, zeg maar op een punt weer de andere kant oprijden, maar nu omhoog of omlaag. En door een dubbeldeks viaduct met een lus te bouwen. Uiteindelijk was het traject tot de top in 2004 gereed. De rit op zichzelf is al een spektakel maar je ziet door de zeer dichte bebossing niet veel totdat je bij het eindpunt komt en de eye full tower beklimt. Het uitzicht is dan onbeperkt. Dan weer richting een voorstad van Auckland waar ik de volgende twee nachten ga verblijven. Ik neem eens een andere weg dan de hoofdweg, maar nu langs de kust van de Grote Oceaan. Dat de weg geel is op de kaart wil niet per se zeggen dat die verhard is. Onverhard is hier vaak wel een stevige ondergrond maar met een laagje modder en veel grind. Kan met iedere auto doch daar er ook vaak hellingen tot vijftien procent in zitten is enige ervaring wel een pré. De omgeving maakt het vaak de moeite waard Zaterdag 23. Geen foto’s van deze dag. Eerder in de week had ik al gezien dat er in Auckland een bierfestival werd gehouden. Reeds vooraf een kaartje gekocht en op de dag zelf daar naar toe. Het ging om half één open. Het was reeds druk en rond drie uur was er echt veel volk. Een hal met de nodige brouwerijen en zelfs een pers en een vip-gedeelte. Maar ook buiten veel ruimte met nog meer brouwerijen en veel verkopers van divers voedsel. Wel lekker maar niet allemaal in de schijf van vijf. Het publiek is anders dan bij de bierfestivals in Nederland en België. Hier in Nieuw Zeeland verhoudingsgewijs meer feestpubliek en minder proevers. Één naam van een brouwerij had mijn extra aandacht, namelijk Schippers. Daar zit een Nederlandse achtergrond in en ja, de brouwer is drie jaar geleden naar Nieuw Zeeland geëmigreerd en heeft nu een kleine brouwerij. De bieren zijn divers en er zitten genoeg lekkere bij maar ze zijn over het algemeen nog wel voor een groter publiek. De excoten die je hier in Nederland kan kopen zijn daar alleen in winkels als import te krijgen. Wel leuk de bieren van een kleine brouwerij als De Molen uit Bodegraven, die het graag allemaal wat extremer brouwt, hier in diverse bierwinkels en café’s te koop zijn. Rond half zeven begon de alcohol te werken en ben ik weer terug gegaan naar mijn motel. Daar in de buurt was een vrij groot cafetaria met onder andere pizza’s. Het is zaterdagavond maar het is vrijwel uitgestorven en om negen uur gaat de zaak echt dicht. Zondag 24. Niet ver ten zuiden van Auckland bevindt zich een museumspoorlijn met iedere zondag diensten met stoomlocomotieven. Dat had ik al gepland en de donderdag ervoor bij de stoomdemonstratie wist de persoon aldaar mij te vertellen dat het juist nu een weekeinde was met een festival van stoom en oude voertuigen van allerlei pluimage. Ik begon mij al wat ongerust te maken dat het allemaal voor mij werd gedaan want dit festival wordt eens in de twee of drie jaar gehouden. Wat dat betreft viel ik met mijn neus in de boter. Het weer, wat rond deze tijd al wat minder kan zijn was ook nu nog prima. Dit jaar was de zomer in Nieuw Zeeland over het algemeen geweldig. Alleen de boeren hadden door de droogte wat minder geluk. Afijn, van tien tot drie mij aldaar prima vermaakt en het was dat de huurauto rond vijf uur weer ingeleverd moest worden, anders had ik het nog wel even volgehouden. Uiteraard een rit met de stoomtrein. Er was genoeg plek om tien uur en eigenlijk wilde ik een trein later nemen. Gelukkig niet gedaan want nu verwent met twee grote locs voor de trein op de terugreis en vanaf de trein erna zaten ze allemaal stampvol. Naast het kijken naar allerlei oude voertuigen, treinen en zelf stoomtractors vloog er ook een helikopter met korte vluchten. Nu moest ik wel wachten op een ander die ook alleen was, want iedere vlucht ging door met twee passagiers. Het heeft even geduurd maar dan zie je alles ook uit een anders perspectief. Na het terugbrengen van de huurauto naar een hotel midden in de stad om de volgende morgen vroeg naar het station te kunnen lopen wat honderd meter verderop was. Bericht over de tweede week volgt.

zaterdag 30 maart 2013

Woensdag 7 maart. Met nog vijf dagen voor vertrek in de middag ineens griep en verkouden. Dat is niet echt de voorpret die ik in gedachten had. Gelukkig niets meer gepland tot het vertrek en maar begonnen met de spullen bij elkaar zoeken die ik mee wil nemen en veel uren uitzieken. Maandag 11 maart. In de ochtend richting Schiphol. Ik ben nog niet helemaal beter maar het voelt alweer een stuk beter. Om 12 uur met een vliegtuig van Malaysia Air naar Kuala Lumper (10.400 km) en daar overstappen voor een vlucht naar Hong Kong (2.600 km). Het is wat om, maar de ticket is dan voordeliger. Eerste vlucht duurt 11h30 uur, tweede 3h45. Het enige probleem wat ik heb is dat ik niet kan slapen in een vliegtuig. Het lichaam wil gewoonweg niet. Eens op het vliegveld van Kuala Lumpur moet ik dan weer opletten dat ik niet in slaap val en de aansluitende vlucht mis. Uiteindelijk aankomst in Hong Kong. Groot vliegveld en het was er vrij druk. Toch duurt het niet lang voordat je de douane gepasseerd ben en ook de koffer kwam al voorbij op de bagageband. Met een snelle treinverbinding naar Hong Kong Island en met een bus naar het hotel. De halte was voor de deur. Het hotel is een aantal verdiepingen van de twintig. Op de negende is de receptie en mijn kamer was twaalf hoog. De kamer was alleszins ruim. Het uitzicht beperkt zich tot andere hoogbouw in de directe omgeving. Niet fraai, maar dat is niet anders in een zo volgebouwde omgeving. Stel je voor een oppervlakte zo groot als de provincie Utrecht. Twee derde daarvan is te bergachtig om te kunnen bouwen. En dan bijna negen miljoen inwoners. Hier heb je dus een driekamerflat in een flat van minstens dertig verdiepingen voor de prijs van rond de €400.000. Daarbuiten zijn andere kleine zaken weer zeer voordelig. Heel handig hier is de chipkaart, genaamd Octopus. Niet alleen bruikbaar in al het openbaar vervoer maar werkelijk alle winkels die kleine spullen verkopen (kiosken, koffie en dergelijke) en alle automaten hebben een lezer voor die kaart. Als men in Nederland de huidige OV-chipkaart ook zo bruikbaar maakt wordt het allemaal een stuk makkelijker. Het weer. Bewolkt en zonnig wisselden elkaar af, de temperatuur tussen de 22 en 25 graden. De airconditioner op de kamer in de nacht niet aan gehad. Bij aankomst in het hotel ben ik een uurtje gaan liggen maar kon nog niet echt slapen. De klok staat daar zeven uren vooruit. Dan maar de stad in en rond elf uur lokale tijd naar bed. Hier heb ik blijkbaar wel 'het geluk' dat ik vrijwel direct overal in het lokale tijdspatroon kan leven. Ergo, goed geslapen. 13 maart. Als liefhebber van allerlei zaken die op rails rijden is Hong Kong zeker een bezoek waard. Nu negen lijnen die zowel een metrokarakter alsook een spoorwegkarakter hebben. Veel ondergronds maar ook het nodige met zicht op de omgeving die of uit bergen of uit hoogbouw bestaat. Echt ieder stukje vlakker terrein staat vol met flats. Toch is het westelijke eiland Lantau nog landelijk. Mijn intentie was er vanuit een eindpunt van een spoor met de kabelbaan naar een oude stijl dorp te gaan. Helaas was het toch echt de dertiende en juist vanaf deze datum was de kabelbaan voor acht dagen gesloten wegens onderhoud. Er was een alternatieve buslijn maar hier komt een 'nadeel' van Hong Kong bovendrijven. Er wonen bijzonder veel mensen en die willen ook ontspanning. Er stond een rij van een driehonderd meter voor de bus. Dat geloofde ik verder wel. En in plaats van cultureel overal rond te kijken heb ik maar weer het hele spoornet afgereden. Het is wel een zeer voordelig tijdverdrijf wat het openbaar vervoer is druk maar kost ook bijzonder weinig. Om een indruk te geven van het vervoer. De meeste metrolijnen hebben treinen van acht wagens waar je helemaal doorheen kunt lopen. Alleen maar wat zitplaatsen dwars en met 3,20 meter breedte kunnen er heel veel mensen staan.Die rijden tenminste iedere zes minuten en in de spits zijn er gedeeltes stampvol. Op een vrijdagavond rond elf uur zitten ze alsnog stampvol. De spoorlijn naar China was ooit een landelijke lijn maar in de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd dit ook langzaam maar zeker volgebouwd met hoogbouw. Nu rijden daar en de lokale treinen en ongeveer eens per uur de intercity's naar China. Die lokale treinen hebben een vast samenstel van twaalf wagens, waarvan hier één eerste klasse. De ouder types kunnen iets over de 3.500 passagiers vervoeren. De nieuwer 3.870. En er rijden tenminste vijftien treinen per uur! De intercity's 'onderbreken' het patroon wat en dat resulteert in overvolle perrons. In vergelijk heeft men in Nederland weinig te klagen. Uiteraard ook met de peak tram de berg op. Deze kabeltrein is bijzonder populair. Er kunnen 104 personen per keer mee en met een beetje pech is de wachttijd meer dan een uur. Boven op de top veel restaurants, winkels en dergelijke. Er is gelukkig ook een buslijn. Dat duurt wat langer en je moet niet bang zijn dat je bijna de afgrond in lijkt te rijden, maar je hebt dan weer mooie uitzichten. In de avond heb ik nog het geluk dat er een bescheiden botsing plaats vindt tussen een taxi en een tram. Alleen materiele schade maar als tramliefhebber heb ik het 'geluk' dat ik wat meer trams op één foto kan plaatsen. Zaterdag 16 maart is de laatste dag en om toch wat cultureel op te snuiven ben ik naar het kleine spoorwegmuseum geweest. Om 19h20 lokale tijd vertrekt de vlucht naar Auckland.